donderdag 21 april 2011

Iedereen kan boven zichzelf uitstijgen

De meeste mensen die bij mij op consult komen, leggen een probleem voor waardoor zij zich al korte of langere tijd niet gelukkig voelen. De een plaatst de oorzaak ver buiten zichzelf en geeft misschien de hele wereld de schuld, terwijl de ander louter zichzelf als de grote falende partij ziet. Weer anderen zien in dat zij zelf onderdeel van een groter geheel zijn en zoeken naar mogelijkheden, die zij kennelijk even over het hoofd zagen vanwege de overweldiging van het probleem.
Een ieder van hen heeft op de een of andere manier onvoldoende zicht op de mogelijkheden die (nog wel) voor handen zijn om hen verder te helpen. Dit komt niet in de laatste plaats omdat velen van ons (binnen deze samenleving) van huis uit hebben geleerd dat je overal flink je best voor moet doen, omdat je anders niet zal slagen. Er moet vooral hard gezwoegd worden en kennelijk dient er ook pijn te worden geleden om iets te bereiken. 'Wie niet werkt, zal niet eten is een bekende (bijbelse) uitspraak die velen zich nog zullen herinneren.
We hebben geleerd om extra aandacht te schenken aan onze lagere rapportcijfers. Zwoegen, eraan trekken, bijlessen, etc. hebben velen van ons bergen energie gekost. Zelfs als je kwaliteiten daar niet lagen, werd er gepushed om die ene 5 met minimaal een puntje op te trekken. Onder een dergelijke manier van ‘stimuleren’ bleken zelfs goede cijfers te lijden te hebben. Alle energie die het die ene 5 voor rekenen kostte om een 6 te worden, leek af te brokkelen van bijvoorbeeld een 8 voor taal, gym, of tekenen.  Het gevoel dat we hieruit overhielden leek ons te vertellen dat zwoegen misschien toch niet hielp, waardoor niet zelden demotivatie het resultaat was van (goed bedoelde) motivatie. Met een gemiddelde leerling (mens) als resultaat.

Gelukkig zijn er tegenwoordig methodes voor handen die ons stimuleren vanuit wat we (wel) goed kunnen. Ieder mens heeft wel een bijzondere eigenschap of uniek talent, waarmee we kunnen starten. Van hieruit kunnen we bekijken wat nog meer nodig is, of kan zijn, om deze bijzondere eigenschap verder te ontwikkelen. Onze persoonlijke kwaliteiten/talenten kunnen daarmee tevens het stimulerende startpunt zijn waarmee we zelf verder kunnen bouwen aan ons eigen gelukkige bestaan.
Uiteraard spreekt het voor zich dat er inderdaad (hard) gewerkt zal moeten worden als wij iets willen bereiken. Het maakt het alleen wel stukken aangenamer en vertrouwder als we onze eigen basiskwaliteiten/ talenten daarbij kunnen inzetten.

Er zijn steeds betere leermethodes die leerlingen kunnen laten starten vanuit hun eigen basiskwaliteiten. Het vergt hier en daar wat investering, maar hopelijk ziet onze samenleving in dat we uiteindelijk meer talent zullen creëren en ontwikkelen als we uitgaan van de basiskwaliteit van de mens. Op deze wijze zijn we beter in staat boven ons eigen gemiddelde uit te stijgen en kweken we meer kwaliteit om als samenleving aan verbetering voor iedereen te werken.
Op deze manier kunnen we dichter bij onszelf blijven en zal het voor velen gemakkelijker zijn om keuzes te maken (opleiding, werk, etc.). Ook een 'zesjescultuur' zou daardoor minder gauw ontstaan.

Ook binnen het bedrijfsleven heeft men inmiddels methodes ontdekt en ontwikkeld, waarmee talenten eerder aan het licht komen, zodat deze ten gunste van het bedrijf ingezet kunnen worden. Door te beseffen dat door goede samenwerking (d.m.v goede communicatie) ontwikkelingen beter tot stand komen, leert men de kracht van zelfbewust samenwerken steeds beter kennen.

De ‘oude’ benadering zit bij velen van ons nog (onbewust) verankerd in ons systeem en het collectieve bewustzijn zeult hier waarschijnlijk nog wel even mee rond. Ondertussen kunnen we (bewust) stappen zetten die de ontwikkeling naar verbetering zullen voortzetten

Wat mijn cliënten betreft zal ik zo veel mogelijk onderzoeken met welke persoonlijke (basis)kwaliteiten zij in staat zullen zijn om zo snel mogelijk zelf het heft (weer) in eigen hand te kunnen nemen, zodat men zich weer 'manager van het eigen leven' voelt.

“Ons leven is een ontwikkeling waarin we meerdere malen de kans krijgen om boven ons eigen gemiddelde uit te stijgen.”

dinsdag 12 april 2011

Er is gelukkig nog van alles wél goed

Als een probleem zich aandient, komen daarbij dikwijls negatieve gevoelens naar boven. Begrijpelijk, want deze emoties zijn nogal indringend en trekken dus enorm de aandacht. En zie de energie die daaruit ontstaat dan maar weer eens kwijt te raken!

Wij mensen zijn door de eeuwen heen altijd grote veroorzakers van problemen geweest. Door ervaring en denkwerk hebben we daarvoor ook allerlei benaderingen en methodieken bedacht, waardoor we ook weer hebben geleerd om ze op te lossen, of hiermee om te gaan. En telkens als er weer nieuwe problematiek ontstond, dachten we na over hoe we dit nog beter konden aanpakken. Naast de ‘probleemaanpakkers’ hebben we ook altijd te maken gehad met een grote groep die juist voor problemen wegloopt. In beide gevallen staat ‘het probleem’ echter nog steeds prominent in de ‘spotlights’ als veroorzaker van het rotgevoel, waarmee we te maken krijgen als gevolg van wat ons overkwam.

De meeste traditionele oplossingsprocessen analyseren in eerste instantie het probleem. Meestal om te ontdekken en te begrijpen waar een oorzaak zou kunnen liggen. En omdat ‘niet’ eigenlijk niet bestaat (probeer nu bijvoorbeeld maar eens niet te denken aan de Eiffeltoren), confronteren wij ons niet alleen met het probleem en de gevoelens die daarbij naar boven komen, maar ook met de gevoelens en mogelijke problemen die daarachter weer schuilen. Het is daarom ook dat sommige mensen vaak uitstellen of verzuimen om een probleem op te lossen. Het kost immers veel energie als je (weer) met al die emoties en gebeurtenissen in aanraking komt.

Graven naar een oorzaak blijkt hier en daar nodig, maar er zijn ook problemen die anders aangepakt kunnen worden. In plaats van hard proberen te begrijpen waarom iets niet werkt, kunnen we ook de aandacht richten op het uitvinden en toepassen van wat wel werkt. Dat klinkt simpel, maar het blijkt even wennen te zijn, omdat we veelal nog vast blijken te zitten in ons oude stramien van denken vanuit het probleem. En wie goed oplet, ziet dat we daarmee inmiddels vergroeid zijn, want we blijken vooral vaak te focussen op dat wat mensen mankeert. Als iemand bijvoorbeeld niet goed kan leren, zoeken we naar de oorzaak en als we die hebben vastgesteld, kunnen we er weer een ‘label’ aan toekennen. Dat gaat vaak goed, maar kan ook wel eens anders uitpakken. Mede omdat wij eenvoudigweg niet altijd in een duidelijk aanwijsbaar hokje passen. Je kunt je voorstellen wat er zou kunnen gebeuren als je in het ‘verkeerde hokje’ terechtkomt.
Als iemand bijvoorbeeld werkeloos is en niet gemakkelijk weer aan het werk komt, zoek men naar een rede. Dat is beslist van belang, maar hiermee komt de focus ook weer te leggen op hetgeen mankeert aan de werkzoekende. We kunnen zo iemand bijvoorbeeld het label ‘kansarm’ opplakken. En hoe langer een werkeloos iemand benaderd zal worden vanuit de visie dat er van alles aan hem/haar, of zijn/haar situatie mankeert, omdat we hem/haar als ‘kansarm’ hebben bestempeld, hoe groter de kans dat deze zich als zodanig zal gaan gedragen. Afhankelijk van achtergrond, verstandelijk vermogen, etc. zal het afbreuk doen aan zelfbeeld en zelfvertrouwen. En ook hierbij kan men zich zo ongeveer wel voorstellen hoe dat er zal gaan uitzien.

Gelukkig zie je dat er langzaam maar zeker ook mensen voor het voetlicht verschijnen die in staat blijken te zijn om anders om te gaan met problematiek. Zij zijn in staat het goede te belichten en daarmee aan de slag te gaan, zodat (zelf)vertrouwen weer kan toenemen.
Je kunt je vast ook wel indenken hoe het voelt om na een (grote of kleine) prestatie een zekere trots te ervaren. Dat gevoel kan een prachtige (eerste) bouwsteen zijn waarop een volgende, weer een volgende en nog meer bouwstenen gestapeld kunnen worden, waarmee ieder mens, naar eigen vermogen, een prachtig persoonlijk ‘bouwwerk’ kan neerzetten.
Onlangs stuurde een vriend mij een DVD toe met een Brandpunt-reportage. Fons de Poel interviewde Aad van Nes, de ‘arbeidsmarktmeester’ van Rotterdam. “Als iemand vier weken niet meer werkt, kijkt hij mij niet meer recht in de ogen. Als je drie maanden niet meer werkt, ga je niet meer met het openbaar vervoer, omdat je denkt dat mensen aan je kunnen zien dat je niet werkt. Als je 12 maanden niet werkt, is de enige die nog met je praat je hulpverlener". Hij stelt dat er een voortdurende vraag is naar arbeidskrachten die in werkelijkheid niet bestaan (hoge opleiding, veel ervaring, veel flexibititeit en zo laag mogelijk betaald), terwijl mensen die er wel zijn, ziek en doelloos hangen aan  een ‘infuus' van regelingen. Hij werkt daarom oplossingsgericht aan het zelfvertrouwen en de trots van mensen die in een periode daarvoor nog een laag zelfbeeld hadden en weinig perspectief leken te hebben.

Psychotherapeut Steve de Shazer, een der belangrijkste grondleggers van het oplossingsgerichte werken, ontwikkelde een prachtige methodiek en bracht daarmee veel mensen naar een hoger plan, dan zijzelf ooit voor mogelijk hadden gehouden.

Ook ik juich deze oplossingsgerichte aanpak (waar mogelijk) enorm toe, omdat ik inmiddels binnen mijn praktijk heb ervaren dat mensen eerder in staat zijn de draad weer (constructief) op te pakken, als ze voelen dat iets van hun persoonlijke kracht altijd (nog) aanwezig - en inzetbaar is. Het is prachtig om te zien als mensen ervaren dat er gelukkig nog van alles wél goed is, dat zij daardoor (weer) zelfredzamer worden en in staat zijn zichzelf neer te zetten en daardoor ook (weer) momenten van geluk kunnen ervaren.

“Zelfvertrouwen kan groeien als je contact legt met - en werkt vanuit je persoonlijke kracht.”

woensdag 6 april 2011

Het universum voorziet als je eraan deelneemt.

Steeds vaker krijgen we uitspraken als ‘verbinding met jezelf zoeken’, ‘doen wat bij je past’, ‘je eigen keuzes maken’, ‘je dromen waarmaken’, etc. om onze oren. Prachtige kreten die ons allen in meer of mindere mate wel aanspreken. Hierachter lonkt immers onze ultieme vrijheid.
Wat zou het geweldig zijn als we eindelijk eens zouden kunnen gaan doen wat bij ons past. En ja, heerlijk om je dromen nu eens waar te kunnen gaan maken, want ‘leef je dromen’ is nog zo’n kreet.

Toen ik onlangs mijn groente stond te wegen in de supermarkt, werd ik onbedoeld getuige van een gesprek tussen twee dames. ‘Ik houd van mensen; ik ben een mensenmens. Ik denk ook altijd aan een ander en ik kan niet tegen onrecht. Zo ben ik gewoon. Ik vind dat iedereen gewoon z’n ding moet kunnen doen, weet je’. Ik schatte de dame rond de veertig en hoorde haar op luide toon verder vertellen dat ze op een keerpunt in haar leven had gestaan en haar droom ‘gewoon’ had waargemaakt. Ze hadden nog een kamer over in huis en daar was ze dan haar nagelstudio begonnen.
‘Ik wist niet dat dit al zo lang je droom was’, sprak de iets oudere dame tegenover haar, met een vraagtekengezicht. Waarop ze ineens fronste en antwoordde; ‘Nee, het bleek ook niet echt mijn droom, maar ja, je kunt niet al je dromen waarmaken, hè. Anders zou ik nu denk ik wel wat anders doen. Ik zou eigenlijk niet weten wat, maar ik zou zeker niet élke dag met nagels bezig willen zijn. Hoewel ik het eerst wel dacht. Ja sorry, maar soms komt het echt mijn keel uit. Dus ik denk dat ik misschien liever iets anders met mensen had willen doen’. De oudere dame viel stil en haar ‘vraagteken’ werd zichtbaar groter. ‘Ja ach’, ging ze verder, ‘je moet toch wat, hè. Maar goed, ik heb er nu in geïnvesteerd, dus ik zal wel zien hoe lang ik het volhoud. Haar gezicht was rood aangelopen en ze toonde zich ineens ongemakkelijk. ‘Maar goed, ik moet opschieten, want ik moet vroeg koken’, zei ze ineens gehaast en liep richting kassa, terwijl de iets oudere dame, tussen de bloemkolen en de andijvie, bijna zelf in een vraagteken was veranderd. ‘Ik heb mijn droom gewoon waargemaakt’, had zij haar gesprekspartner immers horen zeggen …..

Gelukkig zijn er een overschot aan methodes om je dromen te verwezenlijken. Sommigen vertellen je dat je slechts een beeld hoeft te vormen van je droomwens, om het vervolgens aan het universum te geven, het los te laten en als het als een vervulde wens weer terug te krijgen. “Toen ik mijn droom had losgelaten, kwam het op mijn pad”, zo vertelt men achteraf. Aha, dát klinkt makkelijk!

Wie zijn/haar droom wil waarmaken komt er vroeg of laat achter dat het niet zo vanzelf gaat als dikwijls wordt beschreven. Er is een plan nodig waaraan je op z’n minst met enige structuur aan kunt gaan werken. Vaak weet je al waar je hart ongeveer naar uitgaat. Tegen het licht van je competenties zie je vaak al of het haalbaar is, of - zal kunnen worden. En als je heel graag wilt en weet dat je het in je hebt om te gaan doen wat je wenst, kun je stappen gaan ondernemen om je nieuwe ‘fundament’ te leggen.

Je zult bereid moeten zijn om fouten te maken en om je open en kwetsbaar op te stellen.
Naast de euforische momenten zullen er ook lastige momenten op je pad komen. Want waar
eerst controle was (bijvoorbeeld in je oude ‘vertrouwde’ leventje, of het ultieme ‘plaatje’ van je droom), zou je het nu zomaar eens een keer kunnen verliezen. Positief of negatief, alles zal in het licht van je eigen ontwikkeling komen te staan.
Vertrouwen, wilskracht, moed, verbeeldingskracht, visie, veel geduld en (zelf)discipline zullen nodig zijn om vanaf de nieuwe basis te kunnen beginnen.
Je wordt opnieuw een kind dat moet leren lopen. En dat lukt alleen als je niet bang bent om te vallen. Want of je veel of weinig talent hebt, je komt onherroepelijk ook een keer te vallen tijdens het proces. Je moet daartoe ook bereid zijn, want de meeste dromen komen niet vanzelf tot stand.

Succesverhalen die gekoppeld zijn aan positief gekleurde methodes, zijn veelal verhalen achteraf, of willen je iets verkopen. De werkelijkheid is doorgaans dat je moeite zult moeten doen om je droom te verwezenlijken. En daar is kracht; geloof in jezelf en doorzettingsvermogen voor nodig. En als je dááraan werkt kan een succesverhaal inderdaad tot stand komen. Het oefenen van de nodige vaardigheden behoort tot het opbouwen van dat vermogen. Je bent daarmee het ‘kind’ dat leert lopen door te vallen en op te staan. En hoe meer je valt, hoe vaker je de kans krijgt om weer op te staan, zodat je opnieuw je aandacht kunt focussen. Net zolang tot het voelt als je eigen jas die je veel draagt en steeds lekkerder begint te zitten.

Veel methodes kloppen, maar het universum zal pas voorzien als je beseft dat je er een onderdeel van bent en je er actief aan deelneemt, door te volharden en blijvend te werken aan het vertrouwen in je plan, je hulpbronnen en vooral jezelf.