woensdag 28 december 2011

Vrij uitzicht vind je diep van binnen

Het valt niet te ontkennen dat de wereld in de afgelopen decennia drastisch is veranderd. Ik hoor nog mijn grootvader zeggen; “Je hebt er geen idee van hoezeer de wereld voor de ogen van mensen van mijn generatie is veranderd.” Hij refereerde hierbij o.a. aan de technologie die zich in rap tempo had ontwikkeld, maar ook aan de samenleving die  – mede hierdoor –  drastisch was veranderd. Van trekschuit tot busboot, van T Ford tot Fiesta Econetic, van Pelleboer tot Buienradar, van dominee tot Bhagwan, en ga zo nog maar even door.

In de jonge jaren van mijn grootvader (vanaf 1909) zat het leven, mede door de verzuiling, op zich duidelijk in elkaar. Mensen met een zelfde levensovertuiging voelden zich op een bepaalde manier verbonden en uitten dit in verenigingen, scholen , ziekenhuizen en tal van organisaties.
De 4 grootste zuilen werden gevormd door de protestanten, de rooms-katholieken, de socialisten en de liberalen (veelal vrijzinnig protestanten).
Netwerken liepen minder door elkaar heen dan tegenwoordig het geval is, en diegenen die negatief tegen de organisatie van maatschappelijke structuren op basis van levensbeschouwing aankeken, vormden in die jaren nog een grote minderheid.

Als vanzelf behoorde je toe aan die sociale en maatschappelijk groeperingen die verwantschap hadden met de levensovertuiging die je van huis uit mee had gekregen. Tot en met je werk aan toe. Men deelde een overtuiging en leerde daar in meer of mindere mate over praten. Als iets niet goed liep, kwam hulp op gang vanuit de zuil waartoe je behoorde. Voor geestelijke nood stonden bijvoorbeeld de dominee en de pastoor paraat en wanneer armoede toesloeg sprong de kerk of andere organisatie uit de ‘zuil’ waartoe je behoorde bij met voedselhulp, ondersteuning en bemiddeling bij het vinden van nieuw werk, of zelfs met een financiële bijdrage. 

We ontzuilden vanaf de jaren zestig (van de vorige eeuw). Nederland was weer langzaam hersteld, en wederopgebouwd na de 2e wereldoorlog.  Er was een gedegen industrie en economie ontstaan en de verzorgingsstaat en het uitdijende sociale leven ontwikkelden zich in rap tempo als gevolg van o.a. telkens verbeterende technologieën, waardoor we andere samenlevingen op vele fronten steeds gemakkelijker konden bereiken. De media bracht de verschillende ‘werelden’ met elkaar in contact – zo nu en dan hortend en stotend , de verzorgingsstaat voorzag ons steeds beter van goede bijstand en verzorging, en studeren werd voor nagenoeg iedere sociale klasse mogelijk. Er kwam meer vrije tijd voor iedereen en daarbij werden lange afstanden steeds gemakkelijker overbrugbaar, mede doordat de auto voor de meeste mensen een bereikbaar bezit werd en vliegtickets door steeds meer mensen betaald konden worden. De wereld lag praktisch voor iedereen open om op eigen wijze ontdekt te worden. De individualisatie was een feit.

Dit alles leidde er mede toe dat onze ‘waarheden’ begonnen te wankelen en ook de ontkerkelijking op gang kwam. Onze levensovertuigingen zoals die al eeuwen werden gepredikt en aangenomen stonden ineens ter discussie door andere inzichten die nu zomaar voor het oprapen lagen. Men bepaalde zelf wel waar men al dan niet te rade ging, want er was inmiddels veel meer te ontdekken en om over na te denken. Zo vond men nieuwe inzichten in bijvoorbeeld oosterse religies, waardoor nieuwe stromingen ontstonden en een woord als 'spiritualiteit' gevoelsmatig een nieuwe betekenis kreeg. Als je dat woord überhaupt al kende. 
De individuele mens onderscheidde zich steeds meer van de traditionele gemeenschap, voelde zich aanvankelijk ‘vrijer’ en ging zelf op onderzoek uit, waardoor het verband in de gemeenschap steeds meer aan verandering onderhevig werd. Sommige verbanden vielen zelfs geheel uiteen.

Daarbij had iedereen financieel steeds meer te besteden, waardoor afhankelijkheid van de zuil waartoe je behoorde ook was afgenomen. Luxe werd in de loop der jaren voor ‘iedereen’ bereikbaar en dat begon langzaam maar zeker onze nieuwe focus te worden.
Als we iets niet konden kopen, konden we er steeds gemakkelijker voor lenen bij de banken. Dat we het ooit terug moesten betalen werd naargelang de bezittingen zich vermenigvuldigde steeds meer vergeten. Het was immers toch wel heel erg leuk om steeds meer luxe bezittingen en belevenissen te verzamelen. Dat kon ook – dacht je – want je partner werkte er toch ook bij. Dat moest ook wel want de hypotheek van je droomhuis stond op twee salarissen. En dat terwijl we minder vaak thuis waren, want als we niet werkten was er heel veel leuks te beleven. Naast de verre reizen die we maakten, sloegen we immers geen enkel feestje over. Kinderen kwamen hopelijk later pas, want anders moest je tijdens de mooiste jaren van je leven nog voor kinderopvang zorgen ook – vergeef me als ik af en toe een heel klein beetje chargeer.

Inmiddels worden we weer een beetje wakker en zien we dat we massaal een hap uit de toekomst hebben genomen, nu een aantal banken zijn omgevallen – om welke rede dan ook. Maatschappelijke en financiële ‘zekerheden’ zijn hierdoor behoorlijk aan het verdampen. Banen liggen niet meer voor het oprapen – laat staan een baan voor het leven, terwijl de schulden uiteraard gewoon zullen moeten worden afbetaald.

De individualisatie heeft ons veel nieuwe inzichten gegeven, maar de combinatie met bereikbaarheid van luxe heeft ons vervolgens een totaal andere focus gegeven, waardoor onze sociale structuur hier en daar flink overhoop is komen te liggen. Als we het moeilijk hebben kunnen we weliswaar in aanmerking komen voor hulp, maar die hulp kost de samenleving ook weer veel geld – althans zeker voor de (uitdijende) lagere loonklasse – dus ook de financiële bron voor die hulp is ondertussen aan een opdroogproces begonnen.
En ja, daar staan we dan met onze overspannenheden, onze burnouts, depressies en andere ongelukkigheden. Ver weg van wie we diep van binnen eigenlijk zijn, in ons ‘individuele’ uppie.  

Let op, want nu komt de hoopvolle wending aan het verhaal....

Gelukkig hebben we een heleboel nieuwe inzichten op kunnen doen in de loop der jaren. Wat dat betreft is er heel veel te delen en te (her)ontdekken. We hoeven het eigenlijk alleen maar op te diepen om onszelf en elkaar ermee in contact te brengen. We hebben genoeg in huis om een goede balans aan te brengen.
Het kan overigens heel verrassend zijn hoe je zo’n (her)ontdekkingstocht, met een beetje goede wil en bijbehorende stappen en moed, snel zelf kunt oppikken. En het leuke om daarbij te weten is dat er toch al aardig wat mensen bezig blijken te zijn met een bepaalde vorm van persoonlijke (her)bewustwording. Dat ontdek je als je open met elkaar in gesprek gaat over iets als (persoonlijke) gevoelens. Gelijkgestemden vinden elkaar immers altijd wel ergens.

Ooit las ik een boek waarin een concentratiekampgevangene na de oorlog vertelde dat hij ondanks eenzame opsluiting, intimidatie en marteling had ontdekt dat hij diep van binnen dezelfde was gebleven. “Diep van binnen, waar ik ben wie ik ben, heerst een diepe vrijheid die nooit iemand mij heeft af kunnen nemen,” las ik in woorden van gelijke strekking. De titel van het boek ben ik helaas vergeten, maar ik heb dit altijd onthouden omdat het verwijst naar een ‘plaats’ waar je altijd je (nieuwe) kracht kunt vinden – ongeacht bij welke ‘zuil’ je ‘wortels’ (nog) liggen, of welke betekenis je aan die kracht wilt geven. Daar bevindt zich je authentieke kern, compleet met de al dan niet (nog) verborgen antwoorden op de vraag waar jij zonder overbodige opsmuk echt gelukkig van wordt. Het is dezelfde ‘plaats’ van waaruit je je persoonlijke kwaliteiten en talenten kunt ontdekken.

Gelukkig is er lang niet altijd een crisis nodig om contact te kunnen leggen met wie je werkelijk bent. Je kunt er te alle tijden mee beginnen. Het enige wat je hiervoor hoeft te doen is je ervoor openstellen. Zo zul je ervaren dat je het vrije uitzicht diep van binnen vindt.
Om het tij dusdanig te keren dat we er allemaal wat aan hebben, is het dan nog de kunst om de onderlinge verschillen te respecteren en samen te werken aan de ‘ruimte’ die we nodig hebben om onszelf te kunnen zijn en als zodanig te kunnen functioneren. 
Het mooie is dat de twee genoemde stappen 
  die van het jezelf openstellen en die van het samenwerken – gelijktijdig kunnen worden gezet, zoals je met een klein sprongetje beide benen tegelijk vooruit zet.


donderdag 1 december 2011

De spirit van het begrip spiritualiteit

Spiritualiteit is een breed begrip. Het heeft te maken met zaken die onze geest betreffen. Dit woord wordt op vele manieren gebruikt en wordt vooral in verband gebracht met religie en/of bovennatuurlijke krachten.
Spiritualiteit heeft echter niet per se iets met religie of New Age Bewegingen te maken. Het heeft voornamelijk betrekking op de innerlijke ervaring van (een ieders) persoonlijk bewustzijn, of een hogere werkelijkheid (inzicht). De ene mens houdt zich bewust bezig met de ontwikkeling van die hogere werkelijkheid en de ander houdt zich daar onbewust of juist bewust niet mee bezig. Een spiritueel bewustzijn is in meer of mindere mate bij iedereen aanwezig, maar het is sterk afhankelijk van wat men daar zelf wel of niet mee doet, of hoe men het (liever) benoemt.

Tegenwoordig wordt het woord spiritualiteit dikwijls verbonden aan mensen of groeperingen die het niet waarneembare omarmen. Zo verbindt men het o.a. aan spiritisme, occultisme, ‘het’ paranormale, meditatie, Jomanda (en blauwe jurken). Er wordt hier en daar wat lacherig over gedaan en het wordt wel als ‘zweverig’ omschreven. Natuurlijk komt dat niet zelden door hoe mensen (veelal in groepsverband) vorm geven aan hun (onbegrepen) spiritualiteit.
Het zit nu eenmaal bij ons mensen ingebakken dat we graag in groepsverband vertoeven en dus zoeken velen van ons aansluiting bij groepen die ons aanspreken. Een andere eigenschap van mensen is dat, wanneer men zich eenmaal in een groep bevindt, men zich ook weer graag wil onderscheiden. Als dat lukt, maakt men anderen mogelijk nieuwsgierig en zo genereert men volgers. Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld groeperingen ontstaan die gezamenlijk invulling geven aan dat wat zij als spiritualiteit ervaren. Om zo’n groep in verband te houden bedenkt men onderling vaak regeltjes en rituelen om het gezamenlijke gedachtegoed heen. En net als in de kerken, bij voetbalclubs of biljartverenigingen, kan het ook in spirituele groeperingen mislopen, want vrijwel overal waar mensen zich verenigen, ontstaat werking vanuit een al dan niet bewust gecreëerde hiërarchie. Ook hier kunnen dogma's ontstaan die leiden tot onenigheid, scheuringen en andersoortige egovertoningen – religieus zijn of behoren bij een geloofsgenootschap hoeft hierdoor dus niet altijd spiritueel te zijn.
Of de intenties nu juist zijn of niet, mensen blijven nu eenmaal mensen. En mensen moeten voortdurend moeite doen om goed samen te werken.

Spiritualiteit kan zich uiten in een bewuste levenshouding waarin de relatie wordt gelegd tussen dat wat gedacht, gevoeld, geweten en ervaren wordt. Het is het bewustwordingsproces van een wereld die wij min of meer zelf geschapen hebben en telkens weer herscheppen.
Ook de 'wereld' van de wetenschap wordt bij tijd en wijle nog wel eens bijgesteld, met als grootste verschil dat er altijd zo exact mogelijke metingen plaatsvinden. Wetenschap vertelt ons de ‘waarheid’ tot de tijd aanbreekt dat (andere) metingen anders uitwijzen of anderszins wetenschappelijk achterhaald blijken te zijn door nieuwe of zijdelingse ontdekkingen – die misschien zelfs uit intuïtie zijn voortgekomen.
Spiritualiteit daarentegen houdt zich eerder bezig met het innerlijk weten, zonder dat exact te hoeven meten. Het is vaak een geestelijke levenshouding waar een intuïtieve levenshouding uit voortkomt en waar (nog) ruimte voor het fenomeen ‘wonder’ is. Dit laatste klinkt wellicht wat onrealistisch zo vlak na het vallen van het woord ‘wetenschap’, maar het behelst het openstaan en ruimte bieden voor dat wat nu (nog) onmogelijk, onzichtbaar en/of ongrijpbaar lijkt.
Een brainstorm vinden we tegenwoordig een redelijk normaal fenomeen, maar het richt zich in beginsel op het (eerst nog) onvoorstelbare . Uiteindelijk komen hiermee persoonlijke krachten naar voren die je eerder misschien nog niet had opgemerkt of voor mogelijk had gehouden. Van hieruit gezien zou men zich wellicht gemakkelijker kunnen voorstellen dat ‘wonderen’ werkelijk zouden kunnen bestaan.

Het geheel van mentale activiteiten en processen, waardoor we bewuster worden van dieperliggende, niet direct waarneembare maar toch belangrijke aspecten van de werkelijkheid, vormt onze geestelijke evolutie.  Dit is zowel de bewustwording van een groter geheel waarvan wij deel uitmaken – ogenschijnlijk buiten onszelf – als de bewustwording van de niet (direct) waarneembare werkelijkheid die we diep in onszelf kunnen ervaren.

Ieder mens heeft een eigen belevingswereld waarin hij/zij zichzelf zo nu en dan terugtrekt. We mijmeren, piekeren, denken en voelen heel wat af, maar herkennen daarin lang niet altijd een spiritueel proces. In vele samenlevingen hebben we de werkelijkheid veralgemeend en het zelf ‘voelen’ en ‘weten’ uitgebannen. Op iedere vraag is wel een antwoord bedacht, maar contact met onszelf is daarbij vaak nihil.

Wanneer je je werkelijk (objectief) openstelt voor de ander, ontdek je iets van zijn/haar belevingswereld. Het verbaast mij ondertussen dan ook niet meer dat bij benadering nagenoeg iedereen zo goed buiten alle denkkaders kan vertellen over zijn/haar persoonlijke belevingswereld. Meestal zonder te beseffen dat men eigenlijk spiritueel bezig is.
Moeilijkheden ontstaan als we geen goede verbinding meer hebben met wie we werkelijk zijn; onze authenticiteit. Het kan op den duur echt lastig worden als we ons alleen nog maar bezighouden met onze gezamenlijk gecreëerde werkelijkheid (het dagelijks leven in onze jachtige maatschappij). Ons ego redt het vaak wel een tijdje om mee te hobbelen, maar diep van binnen gaat ons geestelijk welzijn ten onder als we er geen aandacht meer aan besteden. Burnout is daar een goed voorbeeld van.  

Contact maken met wie je diep van binnen werkelijk bent en/of je afstemmen op dat wat buiten of om jou heen plaatsvindt, is een spirituele beleving die je op meerdere bij jou passende manieren kunt uitleven en ontwikkelen. Dat lukt zelfs een nuchter persoon als ik. Het zij je geloof belijdend in een kerk, mediterend bij een spirituele club, dobberend in een roeibootje, starend over het water met een hengel in je hand, hardlopend langs het strand, lezend in interessante boeken, mijmerend in de duinen, zittend op een boomstronk aan de voet van een machtige berg, converserend met gelijkgestemden bij een openhaard , dansend op lekkere muziek, tuinierend in je groentetuin, starend naar de sterren tijdens een heldere nacht, of verzin het allemaal zelf maar. Als het maar bij jou past!
Uiteindelijk weet iedereen waar hij/zij zich al dan niet bij wil aansluiten om het innerlijk te kunnen ‘voeden’. Praten met anderen (die daarvoor openstaan) over jouw innerlijke belevingswereld, zonder daarin het gevoel te krijgen beknot te worden, is vaak erg bevrijdend en voorkomt onnodig en destructief oppotten.

“De geest moet waaien,” schreef Johnny van Doorn (alias Johnny the Selfkicker) en dat sprak me aan. “Onderzoek alles, behoud het goede,” las ik in een ander boek en ook die zin gaf me een gevoel van vrijheid.
Diep van binnen heeft de ‘wereld’ en al wat is in ons een persoonlijke (vrije) betekenis. De kunst is om elkaar die nodige, persoonlijke (spirituele) vrijheid te gunnen om zich met die innerlijke ‘wereld’ te verbinden en daar op authentieke wijze gehoor aan te kunnen geven. Maar vooral ook te trachten elkaar daarin te verstaan door te beseffen dat een ieder de wereld vanuit zijn/haar eigen perspectief ervaart. Daarmee creëren we tevens de juiste ‘spirit’ voor gezamenlijke ontwikkeling en welbevinden.