dinsdag 26 juli 2011

Afhankelijk onafhankelijk

Over het algemeen hebben de meeste mensen de behoefte om ergens bij te horen. Dat is heel normaal, want we willen graag voelen dat we een belangrijk onderdeel van het grote geheel zijn. Maar zodra we (eindelijk) ergens deel van uitmaken, willen we ons weer onderscheiden - de een echter wat nadrukkelijker dan de ander. Dit komen we op ieder niveau tegen en iedereen kent dan ook zowel het beeld van de willekeurige mevrouw Jansen die ietwat schuchter toetreedt tot de zangvereniging, daar een paar jaar later voorzitster wordt en vervolgens beslist dat een zekere mevrouw de Vries geroyeerd moet worden omdat ze vals zingt en deze voor haar bovendien toch al onuitstaanbaar was, als het beeld van een willekeurige, idealistische politicus die zich met al zijn goede bedoelingen - en onmisbare steun van partijgenoten en vele anderen - hogerop werkt en zich een aantal jaren later vergrijpt aan machtsmisbruik. Ziezo, ik ben binnen en nu zal ik zorgen dat de samenleving wordt ingericht op een manier die volgens mij het beste voor ons allemaal is. Of in ieder geval mij het beste uitkomt.’

We willen ons graag uniek en onafhankelijk voelen en we zijn daarbij op zoek naar een hogere intensiteit van beleving. Ieder mens heeft dan ook wel een beeld van wat het beste voor ons is - althans, dat denken we vaak. We richten de wereld dan ook het liefst in naar dat beeld, naar onze eigen inzichten, - vermogens en - behoeften. En omdat wij mensen graag vat op de zaak hebben, hebben we prachtige groepsverbanden gecreëerd die ons van de wieg tot het graf zullen ‘bijstaan’ en ‘adviseren’, vanuit grote en kleine kaders op wereldniveau, Europees niveau, landelijk niveau, gemeentelijk niveau, kerkelijk niveau, buurtniveau, verenigingsniveau, familieniveau, en bedenk er zelf nog maar een paar.
Voor sommige kaders kiezen we niet (helemaal) zelf, maar van anderen maken we maar al te graag deel uit. Denk bijvoorbeeld even aan de willekeurige mevrouw Jansen en voornoemde politicus.

Binnen deze kaders (groepen, samenwerkingsverbanden, relaties, etc.) wordt, al dan niet democratisch, besloten wat het beste is voor hen die er onderdeel van zijn. Er worden daarom, ook weer op elk niveau, regels en wetten opgesteld waaraan je natuurlijk zult moeten voldoen – we moeten de boel natuurlijk wel in de hand zien te houden. Als je het er niet mee eens bent praat je erover, stap je op, krop je het op, of blijf je de eeuwige mopperaar. En als je ergens niet (gemakkelijk) uit kunt stappen – denk even aan hoe moeilijk dat bijvoorbeeld in een samenleving kan zijn – en je het hoofd toch boven het maaiveld blijft uitsteken, zul je waarschijnlijk als laspak worden gezien en als je pech hebt ook als zodanig worden behandeld.

Als je jouw persoonlijke (oorspronkelijke) basis als vertrekpunt van een spiraal ziet en de verdere beweging als de weg die je aflegt, zal je opvallen dat er altijd contact met het vertrekpunt bestaat. Je staat daarom - hoe dan ook - in contact met je/de basis, en dus is het aan te raden deze goed te (leren) kennen, om er vervolgens een hechte band mee aan te gaan. Het is per slot van rekening altijd goed om een betrouwbare vriend als jezelf te hebben, waar je nog eens op terug kunt vallen.
Tegelijkertijd bevinden wij ons gezamenlijk in de ‘spiraal’ van het bestaan, want gemeenschappelijk hebben we natuurlijk ook ergens een oorsprong. En zo hebben we te maken met meerdere oorsprongen die van belang zijn. Oftewel, we kunnen niet zonder elkaar.
Zonder anderen zouden we er al niet eens zijn en toen we ter wereld kwamen moesten we bovendien met veel onmisbare aandacht worden verzorgd. We hadden het anders niet kunnen overleven.

We leven dus vanuit ons eigen perspectief met het perspectief van de ander, binnen een gemeenschappelijk perspectief. En nee, het is dikwijls geen gemakkelijke opgave om daarbinnen een gewenst doel te bereiken waar iedereen (gelijktijdig) gelukkig van wordt. Het staat dan ook als een paal boven water dat we zullen moeten samenwerken om tot een zekere gemeenschappelijke gelukzaligheid te komen.

Ik heb natuurlijk niets nieuws verteld. Eigenlijk heb ik gewoon gezegd dat we niet moeten denken dat we (samen) gelukkig zullen worden als je als individu, zonder om te zien naar anderen, een gewenste positie zult bereiken. Op welk niveau dan ook.  We zullen altijd moeten beseffen dat we niets helemaal zonder een ander kunnen bereiken. Ieder mens heeft aandacht en liefde nodig en dus is het handig om ook rekening met de ander te houden en hier en daar eens iets te doen voor die ander. En dan heb ik het natuurlijk niet (alleen) over bedragen overmaken op gironummers, maar vooral over oprechte aandacht van binnenuit, over begrip kunnen tonen door je eens te verplaatsen in de ander, over het kunnen geven van eerlijke feedback en het de ander een stukje persoonlijk geluk kunnen gunnen.

‘Het mooiste wat je kunt worden is jezelf’, luidt een veelgehoorde kreet en dat is helemaal waar, want voor ieder individu begint en eindigt het met en bij zichzelf. Als je kunt worden wie je diep van binnen (al) bent trek je als het ware een ‘jas’ aan die je helemaal past, waar je je lekker in voelt en waarin je zichtbaar zult stralen. Vergeet alleen niet dat de weg naar onafhankelijk geluk (mede) bereikt wordt door onze afhankelijkheid.

dinsdag 19 juli 2011

Het andere antwoord

Op de spaarzame momenten dat Evert nog thuis was zakte hij vrijwel onmiddellijk weg in een diepe slaap. Of dat nu onderuitgezakt op de bank was of direct in bed. Lang slapen was er echter niet meer bij, want er moesten veel achterstanden worden weggewerkt. Zelfs in het weekend werd er onafgebroken gewerkt. Pauze was voor hem een woord uit het verleden.
De gesprekken die Evert en Irene met elkaar hadden gingen alleen nog maar over zijn werk en vooral over het feit dat hij er flink de balen van had. Al geruime tijd had hij een fikse tegenzin in de salesbaan die hij nu alweer 12 jaar uitoefende en vooral Irene was al lange tijd niet te spreken over de belachelijke hoeveelheid overuren die hij maakte voor het bedrijf, terwijl er geen goed woord over de zaak meer over zijn lippen kwam.
Met diepe zwarte kringen onder zijn vermoeide ogen straalde hij stress en lusteloosheid uit, terwijl zijn bewegingen druk en gespannen waren. Veel liever zou hij zijn eigen bedrijfje met eerlijke producten zijn gestart. Hij wist immers zeker dat er markt voor zou zijn. Met het zetten van de stap wilde hij echter nog even wachten, omdat hij het goed wilde organiseren.
Vanuit zijn ‘veilige’, werkzame leven was hij alvast begonnen om via internet houten beelden uit Bali in te slaan en deze via Marktplaats te verkopen. Ze verkochten lekker en hij verdiende er goed mee bij. Vorig jaar hadden ze van het geld zelfs een mooie verre reis kunnen maken, waardoor ze een bezoek hadden kunnen brengen aan het dorp op Bali, waar de beelden werden vervaardigd. Hij was er nog enthousiaster van geworden en kon aan niets anders meer denken dan aan zijn gedroomde bedrijfje.
Na de vakantie investeerde hij in het huren van een opslagruimte en het inkopen van meer beelden en nu ook andere houten accessoires voor in de tuin. Familie, vrienden en kennissen waren erg enthousiast en hadden ook al het een en ander van hem gekocht. Door mond-tot-mondreclame kwamen mensen uit de gehele omtrek op de producten af. Het liep als een trein.

Op een zeker moment was het slechter gegaan met het bedrijf waar Evert in loondienst was. Er moest flink worden bezuinigd en dat betekende dat er ontslagen vielen. Evert was een van de weinigen die mocht blijven, terwijl de dreiging bleef. Er werd echter meer van hem verwacht en de druk liep steeds hoger op. De meeste provisies kwamen te vervallen en iedereen werd keihard afgerekend op niet gehaalde targets. De sfeer was om te snijden en er ontstond meer dan ooit tevoren een wereld van ieder voor zich.

Irene had het allemaal zien gebeuren, keek naar haar gesloopte echtgenoot zei; “Dit is je kans, Evert”. Hij had haar vragend aangekeken en gevraagd wat ze bedoelde. “Volgens mij is dit een teken dat je je energie beter in je eigen project kunt gaan steken. Nu word je opgevreten door je baan en dat breekt je vroeg of laat een keer goed op.” Evert had het nog niet helemaal begrepen. “Hoe kan dat nou”, had hij gezegd, “die sprong is veel te groot. Ik heb mijn eigen zaakje nog niet eens op orde en ik vraag me zelfs nog af of ik er ooit nog wel tijd in kán steken, want de spaarzame tijd die ik nog over heb naast dat akelige rotwerk, gaat op aan in slaap vallen op de bank. Ik kan echt geen antwoord bedenken hoe ik hier los van ga komen. Ik trek het gewoon niet meer.”
Hoe Irene het hem ook trachtte duidelijk te maken, en hoe vaak ook, het kwartje viel niet bij Evert.

Na de zoveelste woordenwisseling pakte Irene resoluut een tas in en vertrok naar haar zuster. “Kom jij eerst maar eens tot jezelf. Ik weiger nog langer onder een dak te leven met een vent die zichzelf in een ongelukkige zombie verandert. Het wordt tijd dat je eens voor je eigen geluk - en dus ook dat van mij -  gaat kiezen. Dit is niet het leven waar ik voor kies.” Dit was de boodschap waarmee ze hem op een vroege vrijdagavond achterliet. De manier waarop ze had gekeken en hoe vastbesloten ze in haar auto was gestapt, deed Evert ineens beseffen dat het haar menens was. Met verbazing had hij haar nagekeken en tevergeefs had hij haar getracht te bellen op haar mobiel. Die stond uit.
Na een zeer onrustige nacht was zij nog steeds niet bereikbaar en toen hij het vaste nummer van Irene’s zus belde, vertelde deze hem dat hij haar beter even met rust kon laten.

Evert piekerde zich suf en ijsbeerde al geruime tijd door de woonkamer toen hij de schuifpui opende. De zuurstofrijke buitenlucht kwam hem tegemoet en deed hem wonderwel goed. Ondanks zijn vermoeidheid werd hij zich gewaar van de zon, die de blauwe en roze kleuren van de hortensia’s intens bescheen. Een heerlijkheid aan kleuren en geuren waaide hem vanuit de late, warme ochtend zachtjes tegemoet. Even leek hij te vergeten hoe het leven zich momenteel afspeelde.
Hij slenterde over het gazon de diepe tuin in en leunde op een houten bankje aan de waterkant. Hier was hij lang niet geweest en hij verbaasde zich over hoe goed de tuin door Irene was bijgehouden. Met een diepe zucht zeeg hij neer op het bankje en staarde over het meer waaraan de tuin zich bevond. Hij besefte hoe heerlijk het geluid van het tegen de oever klotsende water klonk en verzonk erin. Ineens viel het hem op dat de vogels ook hun best deden om de oren te strelen en hij blikte naar de hemel, waar de ene scholekster de andere najoeg.
Hij ontspande en keek vol verwondering naar de pracht die hem omringde. Een pracht waar hij middenin woonde, maar die hij lange tijd niet had waargenomen. Zijn ademhaling werd rustiger en gelijkmatiger en hij legde zijn rechterhand op zijn hart om te voelen hoe kalm het klopte.
Tijdsbesef verdween even en hij ging op in zijn omgeving. De wind wakkerde zo nu en dan heftig aan, dwarrelde en tuimelde, om dan ineens weer even te gaan liggen. De bomen, de struiken en het riet bewogen onrustig alle kanten op en ineens zag hij in de natuur een afspiegeling van zijn huidige leven. Ook dat had zich de laatste maanden onrustig bewogen. Emotionele ups en downs hadden hem onrustig gestemd, ze hadden zijn privéleven alle kanten op doen waaien en zo nu en dan was het Irene geweest die zijn ‘levenstuin’ nog wat had kunnen kleuren. En ja, logisch dat zij onrustig werd van de onberekenbare ‘wind’ die zijn emoties teweeg brachten en waarmee hij haar als een verwaaide struik dreigde achter te laten.

De wind werd ineens minder heftig en nam een wending in een duidelijke richting. Pal het water over.  Een korte regenbui volgde en schuilend onder het afdak op de veranda, sloeg Evert de overtrekkende donkere wolk gade. Dit was wat hij ook moest gaan doen; een duidelijke richting zoeken en de boel nu maar eens schoonspoelen.

Hij zuchtte wederom diep toen het ophield met regenen. De bui was het meer overgewaaid en verdween met de steeds kleiner wordende, donkere wolk richting de horizon. Inmiddels had de zon weer vat op de tuin gekregen en bracht het kleurenpalet opnieuw tot leven. Damp steeg op vanaf het gazon en de begroeiing en het rook heerlijk fris. “Tjonge, nooit gedacht antwoord uit mijn tuin te krijgen,” sprak hij hardop en besloot resoluut het roer in zijn leven om te gooien. Hoe dat zou uitpakken wist hij nog niet, maar zijn eigen geluk kon hij beter niet door zijn baas laten bepalen. Dat was ondertussen overduidelijk gebleken.

maandag 4 juli 2011

Onthoud alvast maar wie je (al) bent

Omdat ik in mijn praktijk nogal eens wat mensen spreek die ineens wakker zijn geworden in vertwijfeling over hun huidige leven - bijvoorbeeld over gemaakte keuzes, voorgehouden bestemmingen, toekomstige beslissingen, zoals bijvoorbeeld tijdens een midlifecrisis - heb ik besloten mij ter preventie te richten tot de ongeborenen onder ons…..

Let op, want al vanaf dat men weet dat je in aantocht bent, wordt er al een ‘hokje’ voor je gereserveerd. Welk 'hokje' dat precies zal worden is afhankelijk van bijvoorbeeld de sociale klasse, het ras, de religie, etc. van je ouders. Bij binnenkomst heb je de eerste ‘labels’ dus alvast te pakken en kan het indelen der kaders verder ‘verfijnd’ worden. Zo houden we het overzichtelijk en efficiënt.
Al gauw zul je in een stroomversnelling geraken; je krijgt een naam, een Burger Service Nummer, een verzekering, een medische controle, een aantal inentingen en nog veel meer moois. Maak je niet druk, want dit wordt voor je geregeld vanuit het netwerk rond je ouders. Althans in onze samenleving.

Er zal onmiddellijk met de ontwikkeling van je fysieke en verstandelijke vermogens worden begonnen, zodat z.s.m. een geschikte en productieve plek voor je kan worden gevonden in deze georganiseerde maatschappij. Je zult op de voet worden gevolgd, maar het is natuurlijk wel van belang dat je ouders, of verzorgers ook goed opletten. In het begin is het voor jou namelijk nogal lastig om daar zelf zorg voor te dragen, zoals je waarschijnlijk al weet.
Zodra je wat gemakkelijker zelf kunt bewegen en nadenken zou ik  - als ik jou zou worden - zo snel mogelijk zelf goed gaan opletten en reageren, want er komen een heleboel mogelijkheden op je af. Niet dat je daar (vooral in het begin) altijd heel veel invloed op kunt uitoefenen, maar het is wel lekker als je het een beetje in de gaten houdt. Sommige sporen willen namelijk nogal eens gaan afwijken van dat wat (werkelijk) bij je past. Je wordt dan wel regelmatig van alle kanten getest en beproefd, maar testen kunnen onder invloed van bijvoorbeeld tijdsdruk, stress, interpretatie of verschil in berekening, nogal eens anders uitwijzen dan aanvankelijk werd verwacht. Voordat je het weet zit je in een ‘hokje’ waarin je je niet lekker voelt; hangt er een label om je nek waaraan je niet helemaal voldoet omdat het niet volledig met jou klopt.

Mijn tip luidt dan ook te blijven wie je (in essentie) al bent en voortdurend de daarbij bijpassende ervaringen en ondervindingen in de gaten te houden. Hoe een oordeel, een test, een examen, of iets dergelijks dan ook uitvalt, jij bent dus gewoon wie je al was en dat houd je voor ogen.
Daarbij wil ik graag nog even vermelden dat (test)uitslagen als meetpunt of indicator beter worden ervaren dan als definitieve uitslag of oordeel. Het begrip ‘falen’ zal daardoor een minder belangrijke lading krijgen dan hier op dit moment nogal eens wordt ervaren. Dat zal ook schelen.

Als anderen je proberen te pushen, of lijken af te leiden, weet dan dat ze dit meestal goed bedoelen. Ze staan nu eenmaal onder druk van het systeem waarin je hier terechtkomt en weten meestal niet (meer) dat je eigenlijk alleen maar hoeft te worden wie je al bent.
Dat begrippen als ‘goed’ en ‘fout’ her en der nogal eens verschillen, zal je op een gegeven moment ook wel gaan opvallen. Over het algemeen zijn deze vastgelegd in de normen en waarden van een of meerdere onderdelen binnen de samenleving, maar ik geef je op een briefje dat je steeds beter zult gaan voelen wat die begrippen voor jou persoonlijk zullen inhouden.

We zijn hier met velen en van een groot aantal van ons kun je zeker veel opsteken. Per slot van rekening hebben we hier al een schat aan ervaring. Stel dus gerust vragen aan ons, steek je licht eens elders op, luister eens naar adviezen, onderzoek eens iets, verplaats je eens in de ander, probeer gewoon eens iets anders dan je al geleerd hebt, leer eens wat bij en gun ons ook eens een kijkje in jouw leven. Maar blijf vooral trouw aan wie je (al) bent. Sluit een innige vriendschap met jezelf en besef dat je daarmee het dichtst bij jouw unieke mogelijkheden komt om tot persoonlijk geluk en vervulling te komen - al dan niet met door jou aanvaarde hulp (van wat - of wie dan ook).

Onthoud dus alvast maar wie je (al) bent. Dat scheelt vaak een heleboel gedoe onderweg. Veel succes!”